Stadsnatuur in Lunetten

Geschiedenis
Vóór er met de bouw werd begonnen, maakte Lunetten deel uit van de polder Vechter- en Oud-Wulverbroek, een van de polders in het Kromme Rijngebied. Het was een agrarisch gebied bestaande uit grasland en enkele vruchtboomgaarden. In park De Koppel is een klein stukje van dit oude agrarische landschap behouden gebleven. Andere behouden elementen zijn het inundatiekanaal, de Oud-Wulverbroekerwetering en enkele kleinere watergangen. Het Beatrixpark is omgeven door twee van de vier ‘lunetten’; verdedigingswerken gebouwd ter versterking van de Hollandse Waterlinie.

Belang voor de natuur
De huidige natuurwaarde van Lunetten is hoog. Maar liefst drieëntwintig ‘Rode Lijstsoorten’ (plant- en diersoorten die in hun voortbestaan worden bedreigd) zijn aangetroffen in Lunetten. De belangrijkste biotopen zijn de grotere watergangen met hun oeverzones, de ruigten en bepaalde delen van de hooilanden. Bomen en singels worden afgewisseld met graslandjes en waterpartijen. Dit maakt het groen in de wijk zeer gevarieerd en geeft het een oorspronkelijk karakter. Veel bosjes worden omzoomd door een dichte mantel van struiken. Hierdoor vinden diersoorten die van zulke overgangszones houden, een plekje in en rond de wijk. Een uitgebreide en zeer interessante inventarisatie van de natuurwaarde van Lunetten is te vinden in het Integraal groenplan natuurlijk Lunetten van Bureau H.J.V. van den Bijtel. In de Veldgids beschermde dieren en planten in Utrecht zijn alle bijzondere planten- en diersoorten in Lunetten terug te vinden, hoe je ze herkent en hoe je daar goed mee omgaat.

Natuur op en rond de forten
Op de forten van de Waterlinie komt bijzondere natuur voor. In de tijd van het militaire gebruik (begin 19e tot halverwege 20e eeuw) is groen aangeplant met een specifiek doel. Langs de oevers van de fortgrachten werden stekelige meidoornhagen aangelegd die dienden als natuurlijk prikkeldraad wanneer de vijand de fortgracht was overgestoken. De wilgen dienden om tenen van te snijden die werden gebruikt als ‘geriefhout’ voor verwarming en om er op te koken. Bovendien werden er van wilgentenen matten gevlochten langs loopgraven en dergelijke. Midden op de forten werden bomen aangeplant als kastanje en eik om het fort zoveel mogelijk te laten lijken op een natuurlijk element in het landschap.

In de jaren 60 van de vorige eeuw werden veel forten min of meer verlaten omdat ze hun militaire betekenis hadden verloren. Defensie bleef wel eigenaar maar gebruikte de forten niet of nauwelijks. Hierdoor kon de natuur zich er ongestoord ontwikkelen. De forten zijn ecologisch waardevol door het voorkomen van vele overgangen tussen verschillende grondsoorten (zand, klei, veen), overgangen tussen nat en droog en de vele variaties tussen open en gesloten begroeiing.

Dieren
Het terrein op en rond de forten is begroeid met struikgewas en bomen en biedt daarom een perfecte schuil- en rustplaats in het meestal open agrarische landschap van de Waterlinie. Wezels, vossen en reeën worden regelmatig gezien rond de forten. De natte en koele gebouwen (wachthuizen, groepsschuilplaatsen, enz.) zijn een perfecte slaapplaats voor overwinterende vleermuizen. In de Utrechtse forten zijn onder meer baardvleermuis, franjestaart en watervleermuis aangetroffen. Ook de vogelwereld rond de forten mag er zijn met soorten als ijsvogel, grote bonte specht, groene specht, sperwer en bosuil.

Door de variatie in grondsoorten en overgangen tussen droog en nat zijn er veel plantensoorten op de forten. Op de Utrechtse forten groeien bijzondere planten zoals diverse soorten wilde orchideeën, varens en plantensoorten als zwarte toorts en veldlathyrus.

Waterleven in de fortgracht
Het waterleven is bijzonder doordat de fortgrachten worden gevoed door regenwater en schoon grondwater. Omdat de kunstmatige grachten na verloop van tijd dichtslibben en dichtgroeien, moeten ze om de zoveel tijd worden gebaggerd en opgeschoond. In 2014 zijn de meeste grachten rond de Utrechtse forten gebaggerd waardoor de waterkwaliteit verder is verbeterd. In en rond de Utrechtse fortgrachten leven bijzondere diersoorten zoals de kleine watersalamander, ringslang, bittervoorn en kleine modderkruiper.